'Karel mocht weer puber zijn'

Mirjam Koenderink is pleegzorgbegeleider bij Jarabee en schrijft ieder kwartaal een column over haar ervaringen. Dit keer over Karel van 14 jaar.

Mirjam: 'Karel is 14 jaar en woont in een pleeggezin in een dorpje onder de rook van Enschede. Karel is een tiener uit een boekje: lastig te bereiken, lui, veel etend, rommel makend en het liefst de hele dag achter de computer om te gamen. Hij is in het pleeggezin gekomen, omdat het thuis niet langer ging. Niet alleen omdat Karel een puber uit het boekje is; maar vooral omdat zijn moeder zich hier geen raad mee wist.

Karel ging zich steeds opstandiger gedragen Karel wordt steeds opstandiger en doet het liefst alles waarvan hij weet dat moeder dit niet okay vindt. Zijn moeder heeft het zwaar als mantelzorger voor een manisch-depressieve stiefvader, die ook een alcoholverslaving heeft. Daarnaast is ze kostwinner en heeft ze een drukke baan buitenshuis. Zijn moeder houdt van orde, rust en regelmaat en kan moeilijk meebewegen. Ze vindt Karel op dit moment vooral lastig en moeilijk. Hij loopt haar vooral in de weg. Zijn moeder verdenkt hem van blowen en vindt dat hij niet de juiste vrienden om zich heen heeft. Hierover zijn tal van ruzies geweest. Uiteindelijk escaleerde het thuis. In overeenstemming met alle partijen is besloten dat het voor iedereen rustiger is wanneer Karel een tijdje ergens anders kan wonen.

"Zoveel mensen 'bemoeiden' zich met Karel"

In het begin gedroeg Karel zich als een voorbeeldige jongen in het pleeggezin. Maar.. de puberontwikkelingen verdwenen natuurlijk niet binnen het pleeggezin. De nieuwe situatie zorgde voor veel stress bij Karel. Iedereen 'bemoeide' zich ineens met hem: pleegouders, ouders, pleegzorgbegeleider, zijn pleegbroers- en zusje. Er ontstond verwarring. Want: waar hoorde hij nou eigenlijk thuis en wie gaf er daadwerkelijk om hem? Waar kon hij zich veilig afzetten en met wie kon hij veilig ruzie maken, zonder consequenties? Door deze stress en de verwarring werden de conflicten nog heviger. Voor pleegouders een moeilijke taak. Zij weten niet veel van het verleden van Karel. Terwijl zijn pleegouders geneigd tot zijn tot beschermen en omarmen van Karel, wil hij als tiener vooral losgelaten worden.

'Karel mocht weer puber zijn'

Voor mij als pleegzorgbegeleider betekent dat veel meebewegen met alle partijen: luisteren naar ieders irritaties, wensen en mogelijkheden. De vele gesprekken wierpen hun vruchten af. Pleegouders leerden dat niet alle gedrag voortkwam uit een trauma, beschadigd verleden of een stoornis in de ontwikkeling. Pleegouders durfden langzaamaan iets meer los te laten. Ze zagen Karel daardoor steeds meer als 'gewone puber' en niet als een jongen die getraumatiseerd is of 'een jongere met een rugzak. De moeder van Karel kon - nu ze afstand heeft - vertellen dat ze Karel miste en van hem hield. Karel merkte dat zijn moeder wat meer lucht had en zich, ondanks de afstand, als een heel betrokken moeder toonde.

Hoe gaat het nu met Karel?

Karel woonde nog een geruime tijd in dit gezin. Toen er in de thuissituatie meer rust ontstond, kon Karel langzaamaan terugkeren naar zijn ouderlijk huis. Dit ging in kleine stapjes en werd tussentijds geëvalueerd met alle betrokkenen: moeder, pleegouders en wijkcoach. Karel gaat nog twee keer per maand naar het pleeggezin. Hij heeft er zijn eigen plek, vindt er rust, maar ook plezier. De keren dat hij gaat worden afgestemd met de thuissituatie, zodat ook moeder kan profiteren van een stukje ontlasting. Natuurlijk gaat niet alles nu van een leien dakje, maar het bespreken van de situatie is helpend om deze lastige periodes beter te dragen en door te komen. *De naam en foto's zijn fictief. Het verhaal is echt.

Even voorstellen...

Mijn naam is Mirjam Koenderink. Naast mijn werk als pleegzorgbegeleider, ben ik moeder van 3 volwassen zonen. Ik lees en sport graag en spreek regelmatig af met vrienden. Ik ben gek op reizen. De zomervakanties breng ik graag door in Italië; ik hou van het land, de taal, het klimaat, het eten en de gastvrijheid. Ook geniet ik in mijn vrije tijd van het wandelen door de Nederlandse bossen, duinen en vlaktes. Mijn werkzame leven bij Jarabee ben ik begonnen als pedagogisch medewerkster in 1991; toen nog Tesinkweide. Toen ik de kans kreeg bij pleegzorg aan de slag te gaan heb ik die met beide handen aangenomen. Inmiddels werk ik alweer een tijdje als pleegzorgbegeleider en heb ik het erg naar mijn zin. Door corona zijn we helaas veel meer aan huis gebonden en vindt het contact met (pleeg)ouders en pleegkinderen vooral plaats via (beeld)bellen. Inmiddels hebben we daar onze weg redelijk in gevonden. Al blijf ik de huisbezoeken en het fysieke contact met pleegouders en collega’s missen. Ik hang de vlag uit als we elkaar weer kunnen en mogen ontmoeten.